dinsdag 24 maart 2015

Melkveewet: Vervangende verwerkings overeenkomst(VVO)



Wanneer uit het opgestelde bemestingsplan 2015 blijkt dat u een fosfaatoverschot( de fosfaatproductie is groter dan de fosfaatplaatsingsruimte) heeft, dan is het belangrijk om rekening te houden met de eventuele mestverwerkingsverplichting voor uw bedrijf. Heeft u nog geen inzicht in de hoeveelheid te verwerken kilo’s fosfaat? Neem dan contact op met ons en wij rekenen het uit voor u!
De eventuele verplichting kunt u ‘afkopen’ door het afsluiten van een VVO met een collega veehouder. De Dijken agrarische diensten kan deze papieren kwestie voor u regelen. Bel volledig vrijblijvend en vraag naar Arjan.
VVO(=vervangende verwerkingsovereenkomst)
Door middel van deze overeenkomst draagt u de verwerkingsplicht van uw bedrijf over aan een collega veehouder. De VVO is een schriftelijke overeenkomst tussen overdrager van de verwerkingsplicht en de overnemer van de verwerkingsplicht. Deze moet voor 31 december 2015 digitaal ingediend worden

Grondgebondenheid in de Melkveewet



In December heeft De Dijken in haar nieuwsbrief uw geïnformeerd over de melkveewet die per 1 januari 2015 is ingegaan. Hierbij is genoemd dat er naast deze melkveewet een beperking bij gaat komen in de vorm van grondgebondenheid.
 Inmiddels is bekend dat het nog te kiezen scenario grondgebondenheid in de melkveewet op zijn vroegst per 1 januari 2016 in werking gaat treden en zeker niet met terugwerkende kracht per 1 januari 2015. Er zijn door staatsecretaris Dijksma een drietal mogelijke scenario’s genoemd, met van elk scenario een korte uitleg:

·         Een maximaal fosfaatoverschot per ha
·         Een maximale veebezetting van drie graasdiereenheden per ha
·         De hoogte van de toegestane uitbreiding met 100% verwerkingsplicht koppelen aan de fosfaatgebruiksruimte van het voorgaande jaar.

Maximum fosfaatoverschot per ha
Met dit scenario kan er uitgebreid worden middels 100% mestverwerking, indien de norm van het maximale fosfaatoverschot per ha nog niet is bereikt. Als normen worden 50, 80 of 100 kg fosfaatoverschot per hectare genoemd. Hoe meer grond een bedrijf in gebruik heeft, hoe meer er uitgebreid kan worden middels 100% mestverwerking. Bedrijven die al boven het maximale fosfaatoverschot uitkomen, zullen bij uitbreiding altijd extra grond in gebruik moeten nemen.

Maximale veebezetting
Met dit scenario moeten alle bedrijven(met of zonder uitbreidingen) aan een veebezetting voldoen van 3 graasdiereenheden(GDE) per ha. Een GDE betreft een koe met een melkproductie van 6.000 kg. Alle bedrijven die nu al boven deze norm uitkomen dienen hun bedrijf aan te passen. Of er wel of geen uitbreiding plaatsvindt maakt niet uit. Dit scenario zal een grote impact hebben op de sector.

Uitbreiding met mestverwerking afhankelijk van fosfaatgebruiksruimte
Met dit scenario is de hoogte van de toegestane uitbreiding met 100% verwerking afhankelijk van de fosfaatgebruiksruimte van het voorgaande jaar. Deze hoogte wordt uitgedrukt in een percentage van de gebruiksruimte. Als percentages zijn 20%, 50% en 80% genoemd. Ook in dit scenario mogen bedrijven met meer grond meer  uitbreiden middels 100% verwerking.
  De maximale toegestane uitbreiding middels 100% mestverwerking wordt in dit scenario bepaald op basis van de grond die het vorige jaar in gebruik was. Extra grond in gebruik nemen zorgt dus pas het volgende jaar voor meer ruimte voor uitbreiding middels 100% mestverwerking.  

Conclusie
Voor het jaar 2015 hebben bedrijven nog niet te maken met eisen t.a.v. de grondgebondenheid en kunnen dus nog groeien met 100% mestverwerking. De kans is groot, dat per 1 januari 2016 wel eisen zullen gaan gelden, die ook van toepassing zijn op uitbreidingen zonder grond in 2014 en 2015. Dit is echter een keuze die de politiek nog moet maken. Voor bedrijven met uitbreidingsplannen kan de extra grondgebondenheideis behoorlijke impact hebben en is het raadzaam de gevolgen van de verschillende scenario’s zo goed als mogelijk in beeld te brengen. Voor meer info vraag naar Arjan!

5% Vergroenen

Wanneer u meer dan 15 hectare bouwland (incl tijdelijk grasland) heeft dient u in het kader van de vergroeningseisen 5% van dit areaal ecologisch in te vullen. Hiervoor heeft u de keuze uit twee pakketten. Combineren van beide pakketten is niet mogelijk!

Akkerbouwrandenpakket
  • Beheerde Akkerrand, ingezaaid met een toegestaan mengsel, minimaal 3 meter breed max 20 m. De akkerranden mogen rouleren over het bedrijf, maar minimaal 50% van de akkerrand is ook gedurende de winter aanwezig. De akkerrand beslaat meer dan 30% van de gewogen invulling.  (Weegfactor 1.5)
  • Aan bovenstaande akkerrand grenzende sloot van maximaal 6 meter breed! Wanneer deze grenst aan uw buurman, dan beide voor 50%. (Weegfactor 2.0)
  • Stikstofbindendgewas als luzerne, rode Klaver, esparcette, rolklaver, lupine en veldbonen.  (Weegfactor 0,7) Op uitspoelingsgevoelige gronden is een vanggewas verplicht indien de teelt in de herfst wordt beeindigd.
  • Vanggewas na de teelt van ieder gewas, op ieder perceel. (Weegfactor 0,3)
  • Landschapselementen op, of aangrenzend aan bouwland waarvoor een Agrarisch Natuurbeheer-contract voor is afgesloten. (Weegfactor 1,5)
Generieke of algemene lijst
  • "Tijdelijke" akkerranden, minimaal 1 en maximaal 20 meter breed. Er worden geen eisen gestelt aan het gewas, De akkerranden mogen wel bereden en bewerkt worden! maar niet worden geoogst! Deze randen moeten blijven liggen tot minimaal 31 december.(Weegfactor 1,0)
  •  Stikstofbindendgewas als luzerne, rode Klaver, esparcette, rolklaver, lupine en veldbonen.  (Weegfactor 0,7) Op uitspoelingsgevoelige gronden is een vanggewas verplicht indien de teelt in de herfst wordt beeindigd.
  • Vangewassen, bestaande uit een mengsel van toegestane groenbemesters, uiterlijk zaaidatum 1 oktober, minimaal 10 weken blijven staan, en GBM-middelen zijn niet toegestaan, ook niet na de 10 wkn. (Weegfactor 0,3)
  • Wilgenhakhout (Weegfactor 0,3)    
Een mengsel van vanggewassen uit de algemene lijst moet bestaan uit tenminste twee van onderstaande gewassen:
Alexandrijnse,klaver, Beemdlangbloem, Bladkool, Bladraap,Bladrammenas Deder, Engels raaigras, Erwten, Ethiopische mosterd, Facelia, Festulolium, Franse boekweit, Gele mosterd, Incarnaat klaver, Italiaans/Westerwolds raaigras, Japanse haver, Lupine, Niger, Perzische, klaver, Rietzwenkgras, Rode klaver, Sarepta mosterd/Caliente, Seradelle, Soedangras/Sorghum, Spurrie, Stoppelknollen, Timothee, Veldbeemdgras, Vlas, Voederwikke, Witte klaver, Zwaardherik