vrijdag 18 september 2015

Melkveehouderij: Blijf bij de feiten!!



In de media en tijdens de zonovergoten landbouw tentoonsteling van Opmeer 3 augustus jl. is ons opgevallen dat  aankomende fosfaatrechten de gemoederen flink bezig houden. Referentiejaar 2014? Peildatum 2 juli 2015? Fosfaatrechten zullen een behoorlijke impact hebben op de sector en op uw bedrijf, echter het is nu vooral een politieke discussie, vooral over de invulling daarvan. Het is nu nog onduidelijk hoe dit er voor elk bedrijf afzonderlijk uit gaan zien. Blijf daarom de komende maanden bij de feiten en focus vooral op de twee vragen waar u dit najaar een antwoord op moet hebben:
·         mestverwerkingsplicht 2015: Heeft mijn bedrijf nog een mestverwerkingsverplichting, en hoe vul ik deze in?
·         Grondgebondenheid vanaf 2016. Hoeveel hectare moet er in 2016 onder mijn bedrijf liggen, en kan ik nog wel grond verhuren, of moet er grond bij, of juist de melkveeproductie inperken??
Mestverwerkingsplicht 2015 in twee stappen te berekenen:

Stap 1: Van het bedrijfsoverschot fosfaat ( productie minus plaatsingsruimte) 2015 dient u een percentage te verwerken. Hoe hoog dit percentage is, is afhankelijk van waar uw bedrijf gevestigd is. Het percentage is verdeeld in 3 regio’s:
-          Regio Zuid = 50%
-          Regio Oost = 30%
-          Regio Overig = 10%
Er geldt een vrijstelling voor verwerking in de volgende situaties: 
- biologische bedrijven;
       - bedrijven met 90% fosfaatproductie op stromest;
       - bedrijven die regionaal(binnen 20 kilometer) hun volledige bedrijfsoverschot afzetten waarbij ze    75% van de totale productie kunnen plaatsen op het eigen bedrijf;
       - bedrijven waar de verwerkingsplicht na berekening beneden de 100 kg fosfaat(ondergrens) ligt. 
        Stap 2: Melkveefosfaatoverschot in 2015 t.o.v. 2013 verplicht verwerken
Nieuw in 2015 is dat u uw melkveefosfaatoverschot van 2015 t.o.v. van 2013 voor 100% dient te verwerken. Het betreft hier alleen om het fosfaat afkomstig van  de diersoorten met code 100(melkkoe), code 101(jongvee < 1jaar) en code 102(jongvee > 1jaar).

Voor een juiste berekening van uw totale verwerkingsplicht te kunnen maken dient u onderstaande vragen te beantwoorden
Wat is mijn bedrijfsoverschot in 2015?
Wat is mijn melkveefosfaatoverschot in 2015?
Wat is mijn melkveefosfaatreferentie?

De Dijken agrarisch advies beschikt over eenvoudige berekeningen om voor u inzichtelijk te maken of, en hoeveel u dient te verwerken. Vervolgens kunnen wij u helpen deze verplichtinghoeveelheid in te vullen. Dit kan  door afzet van het totale bedrijfsoverschot in de regio, of door de mestverplichting af te kopen middels een Vervangende Verwerkings Overeenkomst (VVO)
Indien een regionale mestverwerkingsovereenkomst (RMO) geen optie is dan is een vervangende verwerkingsovereenkomst(VVO) het meest voor de hand liggend om aan uw verwerkingsplicht te voldoen.


Grondgebondenheid vanaf 1 januari 2016
De AMvB Grondgebondenheid gaat in per 1 januari 2016 en beperkt de mogelijkheden om uitsluitend uit te breiden in combinatie met 100% mestverwerking. Een deel van de uitbreiding(stijging fosfaatproductie) zal gepaard moeten gaan met uitbreiding van de hectares grond in gebruik(groei plaatsingsruimte). Er zijn drie staffels opgesteld die aangeven welk percentage van de uitbreiding verwerkt moet worden en voor welk percentage extra grond in gebruik genomen moet worden.
Overschot kg fosfaat per hectare
Mestverwerking
Extra grond in gebruik
 < 20 kg
100%
0%
20 – 50 kg
75%
25%
> 50 kg
50%
50%

Indien er sprake is van een bedrijfsoverschot komt u afhankelijk van de hoogte van het bedrijfsoverschot in kg fosfaat per hectare, met uw bedrijf in een bepaalde staffel terecht. Zie de tabel hierboven. De tabel maakt duidelijk dat des te intensiever het melkveebedrijf, des te hoger het percentage aan extra te verwerven grond is om de uitbreiding in fosfaatproductie te mogen realiseren en des te lager het percentage van mest die verwerkt mag worden.
De fosfaatproductie van 2014 geldt als referentie. Produceert uw bedrijf in 2016 dus meer fosfaat  en/of is de plaatsingsruimte gedaald ten opzichte van 2014 (minder hectares, en/of lagere fosfaatnormen per hectare) en komt u daardoor uit op een overschot > 20 kg fosfaat, dan dient u rekening te houden met de AMvB.
Heeft u voor 2016 een bepaalde hoeveelheid productie voor ogen dan is het van belang dat u exact weet hoeveel hectare grond daar bij hoort, en u dus dient op te geven bij de gecombineerde opgave van 2016. Achteraf plaatsingsruimte corrigeren na 15 mei 2016 kan dus niet!
De AmvB Grondgebondenheid heeft dus vergaande gevolgen voor uw grondgebruik vanaf 2016 inclusief uw gebruikelijke huur en verhuur van grond! Weet dus waar u staat, en laat u niet verassen!
Voor het niet (volledig) voldoen en verantwoorden van het bedrijfsoverschot fosfaat staat in de verordening een sanctie van € 11,- per kg Fosfaat

Wat kunnen wij u bieden?
·         Berekenen van de verwerkingsplicht 2015
·         Bemiddeling in VVO’s met bijbehorende administratieve afhandeling tussen overdrager – overnemer en digitale registratie bij het RVO
·         Een antwoord op de vraag hoeveel grond dient u feitelijk  in 2016 in gebruik te hebben, en of er ruimte is om eventueel hectares te verhuren, bijvoorbeeld bloembollen, aardappelen, of groenten.
·         Desgewenst bemiddeling in grondgebruik!

Coen Knook       06-13553970
Arjan Zant          06-83179441
Mad Koorn         06-53735942

Huidige stand van zaken rondom vanggewassen.

De laatste weken is er veel commotie ontstaan over de inzaaidatum van de verplichte vanggewassen in het kader van de vergroeningseisen. Wat is nu de huidige stand van zaken?

Zaaidatum: Het is nog steeds mogelijk om de zaaidatum van de vanggewassen achteraf in de gecombineerde oppervlakte te wijzigen. De Stas. heeft aangegeven dat bij controle de (nieuw) opgegeven datum als vertrekpunt wordt genomen voor de 10-weken verplichting. Dit betekend dat wanneer u bijvoorbeeld op 1 september heeft gezaaid, en u afgelopen voorjaar de uiterste datum van 30 september had ingevuld, u deze nog kan wijzigen naar 1 september.
Wijzigen doet u digitaal in de gecombineerde opgave tot en met 30 september.
In 2016 dient de zaaidatum altijd vooraf opgegeven te worden, dus voor het zaaien.

Zaaien op ander Perceel?
U heeft in de gecombineerde opgave aangegeven op welke percelen u van plan bent een vanggewas te gaan zaaien. Wellicht komt u er als gevolg van de huidige weers- en oogstomstandigheden niet aan toe om deze percelen voor 30 september in te zaaien. De Stas heeft agelopen week de mogelijkheid geboden om deze inzaai verplichting te compenseren op een ander perceel, welke niet was opgegeven. U hoeft dit niet door te geven, maar moet blijken uit uw eigen administratie! Wij raden u echter wel aan om duidelijke foto's te maken van betreffende percelen.

Het blijft regenen, ik kan niet zaaien?
Nu het blijft regenen, en de mogelijkheid om nog een perceel in te zaaien voor 30 september in te zaaien steeds kleiner wordt, krijgen wij steeds vaker de vraag, hoe hier mee om te gaan.
Het vervelende is, dat de GLB verordening niet voorziet in een calamiteiten-regeling. Dus theoretisch moet er gezaaid worden. Hoe RVO hier straks mee omgaat, als er door overmacht niet gezaaid kan worden, is onbekend.
Wij adviseren wel in dit geval middels duidelijke foto's bewijslast te verzamelen dat het inzaaien van een vanggewas onmogelijk was. Daarnaast lijkt het ons verstandig om wel de benodigde zaaizaad in huis te hebben.