Enkele
eerder in 2018 aangekondigde wijzigingen met ingangsdatum 1 januari 2021 binnen
de mestwetgeving (6e actieprogramma Nitraatrichtlijn) worden
gewijzigd doorgevoerd.
Zo
gaat de verplichte rijenbemesting van mais op zand- en lössgrond niet door,
evenals een verplicht vanggewas na de aardappelteelt. Er komen wat andere
alternatieven maatregelen en andere maatregelen worden wat aangepast. Hieronder
een opsomming van de meest in het oog springende maatregelen.
Vanggewas
aardappelen vervallen
In
de conceptwijziging is opgenomen dat het verplichte vanggewas na aardappelen
(op zuidelijke zand- en lössgronden) niet wordt ingevoerd. In plaats daarvan
wordt de stikstofgebruiksnorm van aardappelen met 65 kg per ha. gekort. Deze
korting geldt alleen indien de aardappelen geteeld worden na het vernietigen
van grasland. Deze korting geldt echter wel op alle zand- en lössgronden in
heel Nederland.
Drempel
of greppel in ruggenteelt
In
de eerder genoemde conceptwijziging is opgenomen dat vanaf 1 januari 2021, bij
de teelt van gewassen in ruggen op klei- en lössgronden, maatregelen genomen
moeten worden om afspoeling naar het oppervlakte water te voorkomen. In eerste
instantie was in het 6e Actieprogramma Nitraatrichtlijnen alleen de
verplichting opgenomen om de afspoeling middels drempels tegen te gaan. In het
huidige voorstel is het aanleggen van een greppel ook toegestaan.
Aanleg
drempels, tijdelijk doorbreken mag
Op
een perceel moet tussen de ruggen meerdere drempels worden aangelegd. De
drempels mogen maximaal 2 meter uit elkaar liggen en moeten minimaal 5
centimeter hoog zijn. De drempels moeten in principe de gehele teeltperiode
aanwezig blijven, enkel bij een dreiging van extreme weersomstandigheden mogen
de drempels tijdelijk worden opgeheven. ‘Tijdelijk’ houdt in dat de drempels
die opgeheven zijn, op een later moment weer moeten worden hersteld.
Aanleg
greppels
Een
perceel mag ook worden voorzien van een greppel die evenwijdig ligt aan de
watergang. De greppel moet minimaal 1 meter van de watergang af liggen. De
greppel moet minimaal 50 cm breed en 30 cm diep zijn.
Drijfmest
op maisland vanaf 1 april
Volgens
de conceptwijzigingen mag vanaf 2021 op percelen waar mais wordt geteeld op
zand- en lössgrond pas vanaf 1 april worden bemest met drijfmest en vloeibaar
zuiveringslib. Voor vaste mest blijft de uitrijperiode gelijk (vanaf 1
februari)
Maispercelen
uiterlijk 31 januari melden
Vanaf
1 januari 2021 moeten, volgens de conceptwijzigingen, alle percelen op zand- en
lössgrond waarop mais geteeld gaat worden uiterlijk 31 januari zijn aangemeld
bij RVO.
De
eerder aangekondigde maatregelen vanuit het 6e Actie Programma zijn aangepast
omdat ze minder praktisch waren en bij sommige omstandigheden zelfs negatief
werkten. De nu voorgestelde maatregelen hebben echter ook hun (soms forse)
beperkingen. Dit geldt met name voor de maatregelen bij ruggenteelt. Maar ook
het late uitrijmoment van drijfmest op maisland en de vroege melding van de
teelt van mais, past niet in alle situaties.
De
voorstellen zijn nog niet definitief. De verwachting is echter dat de
voorstellen niet of zeer beperk zullen worden aangepast.
Via een openbare
consultatie ronde wordt u of uw belangenorganisatie in de gelegenheid gesteld
om voor 15 juli een zienswijze te geven n.a.v. deze wijzigingen. Deze consultatie kunt u hier
vinden.