Agrariƫrs
die (een gedeelte) de vergroeningseisen willen invullen middels een vanggewas
hebben dit tijdens de gecombineerde opgave (GO) moeten opgeven. Tijdens de GO werd
er vervolgens gevraagd op welk perceel dit vanggewas komt te staan, welke
groenbemester als hoofdbestanddeel wordt gebruikt, en welke “uiterste”
zaaidatum wordt gehanteerd.
Nu er volop
geoogst wordt en het inzaaien van de groenbemesters in beeld komt, blijkt in
sommige gevallen de praktijk niet overeen te komen met wat is opgegeven. In
tegenstelling tot eerdere berichtgeving van RVO is het verstandig sommige
wijzigingen wel doorgegeven in de GO!
Zaaidatum en 10-weken eis: Tijdens de
GO werd er gevraagd naar de “uiterste” inzaaidatum van de groenbemester. Toen
is vaak de voor ingevulde datum van 30 september blijven staan. Zoals nu blijkt
zal bij controle, RVO deze datum hanteren voor de 10-weken eis, dat betekent
dat een EA-groenbemester niet mag worden vernietigd/vervoederd voor 10
december. In veel gevallen zal de feitelijk zaaidatum voor 30 september liggen
en heeft u dit geregistreerd in uw eigen administratie. Desondanks zal RVO toch
uitgaan van de geregistreerde zaaidatum in de GO. Vooral op de zwaardere
gronden die tijdig worden geploegd kan dit bij controle problemen geven. In
deze gevallen adviseren wij toch om de geregistreerde zaaidatum bij de GO te
wijzigen in de feitelijke zaaidatum. Dit kan tot 28 augustus, en heeft verder
geen gevolgen voor de uitbetaling van betalingsrechten. Wijzigingen indienen na
28 augustus kan echter alleen nog op papier!
Welke groenbemester: Ook heeft u
tijdens de GO moeten aangeven welke groenbemester er als hoofdbestanddeel wordt
gebruikt. Uiteraard zal in de praktijk hier nog al eens in gewisseld worden.
Wanneer de feitelijke hoofdbestanddeel anders is dan in de GO is opgegeven, dan
hoeft dit niet te worden doorgegeven, u dient u dit wel te verantwoorden
in uw eigen administratie. Bewaart u dan ook de certificaten van het zaaizaad.
Voor EA-vanggewas is een verplichting dat deze groenbemester moet bestaan uit
een mengsel van ten minste twee toegestane groenbemesters. In de verordening
staat echter niets over de mengverhouding bij EA-vanggewas in categorie 1 en 2.
Voor categorie 3 (vanggewas in het kader van aaltjes bestrijding) geldt een
mengverhouding van minimaal 3% voor het tweede bestanddeel zaaizaad.
Veranderen van Perceel:
Ook heeft u
tijdens de GO aan moeten geven op welke percelen u de EA-vanggewassen gaat zaaien.
Vaak zijn er meer percelen opgegeven dan volgens de EA-verplichting moet! Dit
om enigszins flexibel te kunnen zijn. Er hoeft niet te worden
doorgegeven op welk perceel uiteindelijk het EA-vanggewas is gezaaid. Echter
het zaaien van een EA-vanggewas op een perceel dat bij de GO niet is opgegeven
wordt niet voor de vergroening geaccepteerd. Dus dit kan helaas niet meer
worden gewijzigd.
Rekensommetje: Hoeveel EA-vanggewas
moet er worden gezaaid? U gaat daarbij uit van het aantal hectares bouwland
(ook tijdelijk grasland) minus het blijvend grasland wat u heeft opgegeven op
de GO. U dient daar 5% van te vergroenen. Doet u dit enkel met een EA-vanggewas
dan rekent u voor dit vanggewas met een factor 0,3
Voorbeeld:
55 hectare
bouwland maal 5% = 2,75 hectare maal factor 0,3 = 9,17 hectare EA-vanggewas.
Super interessant blogartikel over het voeren van een agrarische administratie. Ik denk echter dat ik het zal uitbesteden aan een bedrijf, gezien toch wel veel kennis vereist is.
BeantwoordenVerwijderen