Minister
Schouten heeft besloten om het stelsel van fosfaatrechten per 1 januari 2018 in
te laten gaan. Voor veel melkveebedrijven zal hierdoor het maximaal aantal te
houden dieren in 2018 lager zijn dan onder het fosfaatreductieplan in 2017. Dit
komt doordat de korting voor niet-grondgebonden bedrijven vaak hoger uitpakt,
de melkproductie sinds 2 juli 2015 is gestegen en er geen maximale korting van
12% geldt zoals in het fosfaatreductieplan. Sommige bedrijven kunnen juist meer
dieren houden. Daarnaast krijgen vanaf 2018 ook niet-melk producerende (incl.
vleesveebedrijven) met jongvee te maken met de fosfaatrechten.
Het
aantal fosfaatrechten wordt berekend aan de hand van de forfaitaire
fosfaatproductie van de diercategorieën 100, 101 en 102 op 2 juli 2015. Bij
niet-grondgebonden bedrijven worden deze fosfaatrechten met maximaal 8,3%
gekort, afhankelijk van de ‘mate van grondgebondenheid’.
Er
zijn diverse verschillen tussen het fosfaatreductieplan en het
fosfaatrechtenstelsel. Hierdoor zullen een aantal bedrijven vanaf 2018
behoorlijk minder dieren mogen houden dan in 2017. Om deze verschillen in beeld
te brengen, is ons advies om voor ieder melkveebedrijf een berekening te maken.
Daarnaast is het van belang om de gevolgen in beeld te brengen voor de niet-melk
producerende bedrijven die vanaf 2018 ook te maken krijgen met het
fosfaatrechtenstelsel.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten