Reductieplan
Inmiddels is
de 3de periode van het fosfaatreductieplan 2017 achter de rug. Voor
het gemiddelde van augustus gold het reductiepercentage van 12%. Voor periode 4
geldt ook het reductiepercentage van 12% t.o.v. het dieraantal op uw bedrijf op
1 oktober 2016. Het reductiepercentage voor periode 5 is wederom ook
vastgesteld op 12%
‘Lichte toets’
U kunt met
uw bedrijf in aanmerking komen voor vrijstelling van het fosfaatreductieplan
2017. Wanneer u voor 2 juli 2015 onomkeerbare investeringsverplichtingen bent
aangegaan en waarvan de groei voldoet aan de eisen omtrent grondgebondenheid en
mestverwerking is volgens de rechter vrijgesteld van het fosfaatreductieplan.
Deze bedrijven mogen geen heffing opgelegd krijgen. Hiervoor moet een
zogenaamde ‘lichte toets’ worden uitgevoerd. RVO heeft naar aanleiding van de
uitspraken van 4 mei 2017 een zogenaamde ‘lichte toets’ ontwikkeld om te
beoordelen of een melkveebedrijf gelijkgesteld kan worden aan de bedrijven die
op grond van de uitspraken van 4 mei. RVO is verplicht om binnen 2 weken een
beoordeling te geven. Na een positieve beoordeling blijft de heffing in stand,
maar wordt uitstel van betaling verleend in afwachting op het hoger beroep. Ook
krijgt u eerder opgelegde heffingen terugbetaald door RVO.
Ieder melkveebedrijf kan, ook volgens RVO, verzoeken om een
‘lichte toets’ en zou, na een positieve beoordeling, vrijgesteld moeten worden.
Heeft u vragen over fosfaatreductieplan 2017, bel De Dijken Agrarisch Advies!
Fosfaatrechtenstelsel 2018
Generieke korting
Fosfaatrechten
die op 1 januari 2018 worden toegekend, worden generiek afgeroomd. Het generiek
kortingspercentage is vastgesteld op 8,3%. Deze korting geldt niet voor
bedrijven die in 2015 grondgebonden waren of een beperkt overschot hadden. In
2018 kan een extra generieke korting worden opgelegd als blijkt, dat de
landelijke fosfaatproductie van melkvee boven het sectorplafond uitkomt.
Van Dam geeft in de Kamerbrief aan dat met een generieke
korting van 8,3% geen veiligheidsmarge is ingebouwd. Indien in 2018 blijkt dat
het sectorplafond voor de melkveehouderij (84,9 miljoen kg fosfaat) niet wordt
gehaald, dan is een extra
generieke korting noodzakelijk.
Bedrijfsoverdracht en grondgebondenheid
Inmiddels is duidelijk geworden op welke manier rekening
gehouden gaat worden met de ‘grondsituatie’ van het oude bedrijf. RVO heeft
schriftelijk aangegeven dat eerst bij het oude bedrijf (of bedrijven) wordt
bepaald of het bedrijf in 2015 grondgebonden was. Vervolgens wordt al dan niet
een generieke korting opgelegd. De (resterende) fosfaatrechten komen daarna op
naam van de overnemer. Dezelfde werkwijze wordt gehanteerd bij splitsingen en
samenvoegingen. De nieuwe werkwijze is in veel gevallen gunstig of het maakt
geen verschil. Alleen voor bestaande grondgebonden bedrijven, die een
niet-grondgebonden bedrijf overnemen (of hebben overgenomen) krijgen volgens
deze nieuwe werkwijze, alsnog te maken met een generieke korting over de
overgenomen referentie. RVO geeft aan dat voor deze bedrijven geen uitzondering wordt gemaakt.
Ondanks het feit dat een aantal bedrijven op basis van de eerdere uitleg van
RVO afspraken gemaakt zullen hebben. Voor een specifiek advies gericht op uw
bedrijf, bel De Dijken Agrarisch Advies!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten