Het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft onlangs in een
eindarrest geoordeeld dat, in de individuele situatie waarbij sprake was van
een hoevepacht, de verpachter aanspraak maakt op de fosfaatrechten. De
uitspraak en de genoemde argumenten zijn gelijk aan het eerdere tussenarrest.
Deze uitspraak biedt geen duidelijkheid over allerlei specifieke en individuele
situaties.
·
De fosfaatrechten zijn in principe van de pachter
indien hierover niets is geregeld in de pachtovereenkomst.
·
Indien er sprake is van langdurige pacht van gebouwen
en/of grond kan de verpachter, volgens dit arrest, bij beƫindiging van de
pacht, wel aanspraak maken op de fosfaatrechten. Hiervoor gelden
de volgende voorwaarden:
o
Tussen verpachter en pachter bestond op 2 juli 215 een
reguliere pachtovereenkomst of een geliberaliseerde pachtovereenkomst, die bij
aangaan 12 jaar of langer duurt.
o
Het betreft een hoevepacht of pacht van minimaal 15 ha
of pacht van een gebouw dat specifiek is ingericht voor de melkveehouderij.
Indien aan bovenstaande voorwaarden wordt voldaan,
kunnen de fosfaatrechten voor 50% worden toegekend aan de gebouwen en 50% aan
de grond, die de pachter op 2 juli 2015 ten behoeve van het gehouden melkvee
ten dienste stonden. De rechten worden naar verhouding toegerekend aan pacht en
eigendom.
De verpachter dient 50% van de marktwaarde van de over
te dragen fosfaatrechten aan de pachter te vergoeden.
Conclusie en advies
De einduitspraak betreft een individuele situatie
(hoevepacht), waarbij de eerdere algemene uitgangspunten zijn bevestigd. De
uitspraak geeft nog geen duidelijkheid op allerlei (specifieke) pachtsituaties.
Bij het maken van afspraken dient hiermee rekening gehouden te worden. Zie ook
het eerder genoemde bericht. De verwachting is dat over specifieke situaties
nog diverse rechtszaken zullen volgen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten