Op
gebied van de vergroeningseisen zijn er dit jaar weinig wijzigingen te
verwachten. Toch zullen wij de belangrijkste eisen en invullingen nog even op
een rijtje zetten. Voor de vergroening dient u te voldoen aan twee eisen.
Ten
eerste de gewasdiversificatie. Dit
houdt in dat u minimaal 3 verschillende gewassen dient op te geven. Tussen de
10 en 30 hectare bouwland zijn dat 2 gewassen. U bent voor deze eis vrijgesteld
wanneer:
- u maximaal 10
hectare bouwland inclusief tijdelijk grasland heeft;
- meer dan 75% van
uw bouwland bestaat uit tijdelijk grasland, braak, vlinderbloemige
gewassen of een combinatie hiervan;
- meer dan 75% van
uw totale subsidiabele landbouwgrond bestaat uit tijdelijk of blijvend
grasland;
- u vorig jaar meer
dan 50% van uw totale oppervlakte bouwland niet in gebruik had. En u dit
kalenderjaar op elk perceel bouwland een ander gewas teelt dan vorig jaar.
- Heeft u een
biologisch bedrijf of is uw bedrijf voor een deel biologisch? Dan krijgt u
vrijstelling voor het biologische deel van uw bedrijf. Voor het
niet-biologische deel moet u wel aan de verplichting voor
gewasdiversificatie voldoen.
Daarnaast
dient u voor het areaal bouwland inclusief tijdelijk grasland 5% van het areaal
te vergroenen. Dit kan op verschillende manieren. De meest voorkomende maatregelen
zijn het invullen door:
·
een beteelde of onbeteelde akkerrand.
(weegfactor 1.0)
·
het telen van een stikstofbindend gewas (weegfactor
1.0)
·
het telen van Olifantsgras (weegfactor
1.0)
·
het telen van een mengsel van
groenbemesters na de hoofdteelt (weegfactor 0,5)
Voorbeeld:
U
heeft 100 hectare bouwland. Voor uw EA-verplichting wilt u vanggewassen
inzaaien met een weegfactor van 0,3. Dat betekent dat u 0,05 x 100 / 0,3 =
16,67 hectare moet inzaaien met vanggewassen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten