dinsdag 18 februari 2020

Vergroeningseisen:


Op gebied van de vergroeningseisen zijn er dit jaar weinig wijzigingen te verwachten. Toch zullen wij de belangrijkste eisen en invullingen nog even op een rijtje zetten. Voor de vergroening dient u te voldoen aan twee eisen.
Ten eerste de gewasdiversificatie. Dit houdt in dat u minimaal 3 verschillende gewassen dient op te geven. Tussen de 10 en 30 hectare bouwland zijn dat 2 gewassen. U bent voor deze eis vrijgesteld wanneer:
  • u maximaal 10 hectare bouwland inclusief tijdelijk grasland heeft;
  • meer dan 75% van uw bouwland bestaat uit tijdelijk grasland, braak, vlinderbloemige gewassen of een combinatie hiervan;
  • meer dan 75% van uw totale subsidiabele landbouwgrond bestaat uit tijdelijk of blijvend grasland;
  • u vorig jaar meer dan 50% van uw totale oppervlakte bouwland niet in gebruik had. En u dit kalenderjaar op elk perceel bouwland een ander gewas teelt dan vorig jaar.
  • Heeft u een biologisch bedrijf of is uw bedrijf voor een deel biologisch? Dan krijgt u vrijstelling voor het biologische deel van uw bedrijf. Voor het niet-biologische deel moet u wel aan de verplichting voor gewasdiversificatie voldoen.

Daarnaast dient u voor het areaal bouwland inclusief tijdelijk grasland 5% van het areaal te vergroenen. Dit kan op verschillende manieren. De meest voorkomende maatregelen zijn het invullen door:
·         een beteelde of onbeteelde akkerrand. (weegfactor 1.0)
·         het telen van een stikstofbindend gewas (weegfactor 1.0)
·         het telen van Olifantsgras (weegfactor 1.0)
·         het telen van een mengsel van groenbemesters na de hoofdteelt (weegfactor 0,5)

Voorbeeld:
U heeft 100 hectare bouwland. Voor uw EA-verplichting wilt u vanggewassen inzaaien met een weegfactor van 0,3. Dat betekent dat u 0,05 x 100 / 0,3 = 16,67 hectare moet inzaaien met vanggewassen.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten